Soms is het zo moeilijk om raadsels te vinden over de seizoenen voor kleuters. In dit artikel worden de beste daarvan zojuist verzameld. Elk raadsel over de seizoenen vertelt over natuurlijke fenomenen die zich voordoen in een bepaalde maand van het jaar. Mysteries over tijd voor kinderen zijn ook geschikt, omdat ze de hele klas zullen vermaken.
- De gasten kwamen naar ons toe: grijs haar,
En na haar - jong
De derde bloeit fel
En de vierde snikt. (Winter, lente, zomer, herfst). - Vloog in een donkere wolk
Gedaald door een witte vogel
Veranderd in een man - Stond bij de veranda
- Salto gerold
En ze zong in een stroom. (Herfst, winter, lente). - Hoewel het sneeuw en ijs is,
En bladeren - tranen gieten. (Winter). - Sneeuw in de velden
IJs op het water
Blizzard loopt.
Wanneer gebeurt dit? (Winter). - Ze bedekte de aarde met een dekbed
Gesmede rivieren met sterk ijs
Ik heb de patronen op het raam geschilderd
Sprankelend wit zilver. (Winter). - De sporen gepoederd
Versierde de ramen
Gaf vreugde aan kinderen
En een ritje met een slee. (Winter) - Meesteres met grijs haar
Shakes perinky -
Sneeuwvlokken boven de grond. (Winter). - Sneeuwwitte minnares
Zal alles met een deken bedekken
Alles wordt gladgemaakt, opgeruimd,
En dan is de aarde moe
Ze zal een slaapliedje zingen. (Winter). - Haastte zich naar ons zo snel mogelijk,
Ze bracht ons goudvinken. (Winter). - Honderd jaar oude grootvader
De brug bedekte de hele rivier
En jong kwam -
De hele brug is verpletterd. (Vorst en lente). - De dagen worden langer
Sneeuw smelt, beekjes lopen rinkelend onder water. - Van overzeese landen ver
Vogels voor ons
Ze vliegen terug. (Spring). - Pava is gearriveerd
Ik zat op het gras
Verworpen veren
Voor elk drankje. (Spring). - Sneeuw smelt, stromen stromen,
Stromen worden sterker.
En roeken vliegen al
Voor ons uit verre landen. (Spring). - Ze komt met genegenheid
En met zijn eigen sprookje.
Zwaai met een toverstaf - - In het bos zal het sneeuwklokje bloeien. (Spring).
- Het rode meisje komt eraan
Felle zon leidt
En de oude dame heeft het koud
Voordat ze achteruitgaan
Zich verstoppen in de wildernis van het bos. (Spring). - Rood, groen, dichtgeschroeid door hitte,
Geel, fruit, elke dag vernieuwd. (Zomer). - Je kunt zwemmen en vissen,
Je kunt door het bos wandelen met een mand,
Ren door de plassen in de warme regen
En wees niet bang om nat te worden. (Zomer). - De zon bakt
De bloemen bloeien
Vlinders fladderen
De bessen rijpen - Wanneer gebeurt dit? (In de zomer).
- Groen, geel, rood,
Het mooiste van het jaar!
Op blote voeten, gul, geroosterd,
Land, strand, helder! (Zomer). - Dus de dagen zijn korter
En de nachten zijn langer geworden
Vogels strekken zich uit naar het zuiden
Vergeelde bos en weide. (Herfst). - Voor haar om de bladeren te kleuren
Geen verf of penselen nodig:
Groen in de zomer zij
Wordt geel, rood. (Herfst). - Heeft iedereen beloond
Alles verpest. (Herfst). - De mooie tovenares kwam
Herschilderd gebladerte zonder verf. (Herfst). - Munten vallen van de bomen
Van zware regen en wind.
Ik zal tien munten ophalen
En verzamel een groot boeket. (Herfstbladeren). - Plots tweette een mus
Na een koude winter, - De zon is feller en warmer
Op de paden van de plas.
Allemaal bevroren natuur
Ontwaakt uit een droom
Slecht weer komt eraan
Dit komt naar ons toe (lente). - Zoete frambozen zingen
Aan de bosrand
In het moeras bij de esp
Kikkers kwaken.
En brengt de nachtegaal tevoorschijn
Trel tot het ochtendgloren.
De nacht is korter, de dag is langer
Het is gekomen ... (zomer). - Hier is een regenachtige dag
Hoopbladeren aan de voeten gegooid,
En de lucht wordt somber grijs
En huilt in de regen ... (herfst). - Broer en zus
nergens om dronken te worden
Vol met water
Slechts een voetafdruk van de hoef.
De zon schijnt fel aan de hemel.
Wanneer is het zo warm? (Zomer). - De vijver bevroor en de wolf serieus
Frostbite staart en neus.
Gray huilt maar zit:
Iets waar de vis lang in slaapt!
Vertel me waarom
Is het erg koud voor hem? (Winter). - De vos heeft een hut in verwondering:
Zowel slim als mooi.
En vandaag is het probleem!
Er stroomde water uit haar.
De hut is tenslotte niet eenvoudig,
De hut is tenslotte ijs!
Waarom smolt het ijs
En waar gaat de vos heen? (Lente). - Appels op de appelboom
Gegoten, gerijpt.
"Appelboom, vertel me waar
Ganzen vlogen? "
'Eet dan een appel
Ik zal je vertellen waar "
Wat een tijd, raad eens
Als een rijp gewas,
Bladeren vallen
Vliegen de vogels weg? (Herfst). - De velden zijn leeg
En douches - bij de rivier.
En dit, vertel het me
Hoe laat is het? (Herfstdagen). - Dikke velden
De zon bakt.
Zweet moe
Stroomt naar personen.
In het veld zijn de maaiers
In het veld - zeisen.
Leg het alstublieft uit
Wat zijn deze dagen? (Zomerdagen). - Een rivier onder het ijs
Alles is overal wit
Een sneeuwstorm windt ...
Hoe heet de tijd? (Winterdagen).
Je leest net de raadsels van de seizoenen met de antwoorden. Het aantal mensen dat hen leuk vindt, groeit elke dag. Hier leert u wanneer groen gras verschijnt en hoe u het voor de winter kunt verwerken. Kortom, het raadsel over het jaar en het thema van de natuur is perfect voor volwassenen. Vraag hen wie zo'n blanke elk jaar komt en kijk hoe ze geïnteresseerd zijn.